Eenmaal aan het werk, rond 10:00 in de ochtend, loop ik naar de kantine achterin de speelgoedwinkel. Ik hoor de telefoon gaan. Ik kijk vanuit het raam van de kantine rechtstreeks naar de voorkant van de winkel door een lang gangpad, daar is de toonbank met de kassa. Mijn collega pakt de telefoon op en roept verontrustend mijn naam: “Lex, je moeder is aan de telefoon, volgens mij is er iets aan de hand..” Ik word lijkbleek en loop met een hartslag van 185 door het lange gangpad naar de kassa. Het is alsof ik in een slow motion beeld zit waar duizenden gedachten door mijn hoofd spoken. Ik loop achter de toonbank, ga op mijn knieën zitten en pak de hoorn op. “Hallo?” vraag ik met een trillende stem. Mijn moeder antwoord in een schreeuwende maar wanhopig droevige stem: “Lex!! Ik heb drugs gevonden onder jouw bed!! Ik weet niet meer wat ik moet doen!! Moet ik de politie bellen?? Ik weet het echt niet meer!! Jij komt nu naar huis!!” Mijn wereld stort in. Dit was het dan. Ik leefde als een God, althans dat dacht ik. De waarheid is dat ik zo ver van mezelf ben verwijderd en iedereen die van me houdt daar in mee heb gesleurd, dat ik niet weet of ik mezelf ooit nog terug ga vinden..”
Deel 5
“Ik loop naar mijn voordeur en werp nog één laatste blik naar mijn woonruimte. “Dit was het, ik ga het doen.” Terwijl ik dat tegen mezelf zeg, voelt...
0 reacties